Castanea sativa, Bergen op Zoom (ei aan onderzijde, boogsnede aan bovenzijde)
Castanea sativa, Bergen op Zoom (egg at the underside, exit slit at upperside of the leaf)
Stigmella samiatella
Quercus robur, Naardensebos
Quercus robur, Naardensebos
mijn Het ei wordt meestal afgezet aan de bladonderzijde, vrijwel altijd dicht tegen een dikke nerf aan. Mijn een vrij lange, matig slanke gang met een brede, vaak onderbroken frasslijn; plaatselijk kan de frass in boogjes liggen.
mine Oviposition mostly at the leaf underside, almost always close to a thick vein. Mine a fairly long, rather slender corridor. Frass in a broad, often interrupted central band; locally it may be colied.
waardplanten: Fagaceae, oligofaag
hostplants: Fagaceae, oligophagous
Castanea sativa; Quercus castaneifolia, cerris, frainetto, petraea, pubescens, robur & subsp. pedunculiflora.
St. samiatella is, naast basiguttella, de enige Stigmella die uit Castanea is gekweekt (van Nieukerken & Johansson, 2003a).
Apart from basiguttella, St. samiatella is the only Stigmella that has been reared from Castanea (van Nieukerken & Johansson, 2003a).
fenologie Larven (in Zweden) in eind juni-midden juli en midden september-midden october (Johansson e.a., 1990a).
phenology In Sweden larvae were found in late June-mid July and mid September-mid October (Johansson e.a., 1990a).
BENELUX
BE waargenomen (van Nieukerken 2006b; Phegea, 2008).
NE waargenomen (Kuchlein & de Vos, 1999a; Microlepidoptera.nl, 2008).
LUX niet waargenomen (Fauna Europaea, 2008).
BENELUX
BE recorded (van Nieukerken 2006b; Phegea, 2008).
NE recorded (Kuchlein & de Vos, 1999a; Microlepidoptera.nl, 2008).
LUX not recorded (Fauna Europaea, 2008).
verspreiding binnen Europa Geheel Europa, met uitzondering van Ierland (Fauna Europaea, 2008).
distribution within Europe Entire Europe, Ireland excepted (Fauna Europaea, 2008).
synoniemen Nepticula samiatella.
synonyms Nepticula samiatella.
opmerkingen De mijn is zeer variabel, evenals die van de meeste andere eiken-Stigmella's. Het is alleen aan de hand van de larven mogelijk om de mijnen van samiatella te onderscheiden van die van roborella, ruficapitella en van die van de veel zeldzamere atricapitella en svenssoni.
In tegenstelling tot Borkowksi (1972b) schrijven Johansson ea (1990a) dat het ei bijna altijd aan de bladbovenzijde wordt afgezet. Zie ook Kuchlein & de Vos (1999a).
notes The mine is very variable, like the one of most other Stigmella's on Oak. Without larvae it is impossible to discriminate with certainty the mines of samiatella from those of roborella, ruficapitella and the much rarer atricapitella and svenssoni.
Contrary to Borkowksi (1972b), Johansson ao (1990a) write that the egg is deposited almost always on the upper surface. See also Zie ook Kuchlein & de Vos (1999a).
literatuur
references
Bengtsson (2008a), Borkowski (1969a, 1972b), Buhr (1964a), Buszko & Baraniak (1989a), J Černý (2001a), Diškus & Stonis (2012a), Drăghia (1968a, 1971a, 1972a), Emmet (1983a), Grandi (1931a, 1933a), Gustafsson (1985a), Haase (1942a, Hartig (1939a), Hering (1934g, 1957a), Huemer (2012a), Johansson ao (1990a), Klimesch (1936a), Klimesch & Skala (1936c), Kuchlein & de Vos (1999a), Kvičala (1938a), A Laštuvka & A Laštuvka (1997a, 2014a), Lhomme (1934b), Maček (1999a), Matošević, Pernek, Dubravac & Barić (2009a), Michalska (1970a), Navickaitė, Diškus & Stonis (2014), van Nieukerken & Johansson (2003a), van Nieukerken, A & Z Laštuvka (2006a), Nowakowski (1954a), Popescu-Gorj & Drăghia (1966a), De Prins & Steeman (2011a, 2013A), Schütze (1931a), Skala (1951a), Stammer (2016a), Starý (1930a), Steuer (1995a), Szőcz (1981a), Tomov & Dimitrov (2007a) Yefremova & Kravchenko (2015a).
08/04/2017